Dit regelement is ingestemd in januari 2023
Algemene bepalingen
Artikel 1: Studentenraad
1. Het Da Vinci College kent een studentenraad. Deze is ingesteld door het bevoegd gezag.
Artikel 2: Samenstelling studentenraad
- De
studentenraad bestaat uit maximaal 11 leden die door en uit de studenten worden
gekozen. Alle studenten uit de raad mogen meestemmen en alle studenten van het
Da Vinci College kunnen verkiesbaar zijn.
- Uitzonderingen zijn mogelijk in samenspraak met het bevoegd gezag.
- De leden worden gekozen voor een periode van drie jaar, afhankelijk van de duur van hun (vervolg)opleiding. Dit kan verlengd worden door middel van een pitch De studentenraad zorgt er zelf voor dat er genoeg leden zijn en dat als er een lid wegvalt, dat deze functie wordt opgevuld. Is dit niet mogelijk, dan zorgt het bevoegd gezag voor een alternatief, eventueel verkiezingen. Het huishoudelijk reglement van de studentenraad (zie artikel 4 en 8) bepaalt wat er gebeurt als een lid tussentijds aftreedt. Als een lid de school verlaat, vervalt zijn/ haar plaats in de studentenraad.
- Het huishoudelijk reglement kan bepalen dat de studentenraad ook plaatsvervangende leden kent. Als dat zo is, gelden alle bepalingen van dit reglement ook voor de plaatsvervangende leden.
- Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de leden van de studentenraad of deelraad en zij, die daar eerder lid van zijn geweest of kandidaat voor zijn geweest, niet om die reden anders behandeld worden dan andere studenten. Alle studenten worden gelijkwaardig behandeld, of zij nu lid zijn van een studentenraad, deelraad of niet.
- Binnen de studentenraad is een lid bevoegd om een stemming aan te vragen over het lidmaatschap van een van de leden. Dit betreft dan een uitstemming.
- Voor een uitstemming is een gegronde reden
nodig, denk hierbij aan;
- Het belemmeren van werk
- Ongewenst gedrag
- Onveilige werksfeer
- Voor een uitstemming moet minimaal 51% van de aanwezige leden voor stemmen.
Met een minimale aanwezigheid van 6 leden
- Een uitstemmingsverzoek moet getekend/goedgekeurd
worden door zowel de voorzitter en de vicevoorzitter.
- Betreft het een verzoek tegen een van de bovengenoemde functies dan wordt er goedkeuring/een handtekening gevraagd bij de secretaris of penningmeester.
Artikel 3: Instelling deelraad
- Het bevoegd gezag kan met instemming van de studentenraad een deelraad instellen voor een organisatorische eenheid. De studentenraad kan ook zelf het initiatief hiertoe nemen.
- De studenten binnen een organisatorische eenheid hebben het recht om initiatief tot een deelraad te nemen en dat aan de studentenraad en het bevoegd gezag voor te stellen.
- Een deelraad wordt in elk geval ingesteld binnen 3 maanden nadat de studentenraad daarom heeft gevraagd. Als het bevoegd gezag dit verzoek niet wil inwilligen, wordt dit met duidelijke redenen aangegeven aan de studentenraad en vindt er overleg plaats tussen het bevoegd gezag en de studentenraad.
- Bij instelling van een deelraad worden de bevoegdheden van die deelraad ten opzichte van de studentenraad in het huishoudelijk reglement van de studentenraad opgenomen.
- Leden van een deelraad kunnen ook lid zijn van de studentenraad, maar dat hoeft niet. Leden van een deelraad mogen altijd bij vergaderingen van de studentenraad aanwezig zijn, tenzij het een besloten vergadering is.
- Als een deelraad is ingesteld, gelden daarvoor de bepalingen van dit reglement ook, voor zover dat past bij de taak en bevoegdheden van elke deelraad.
Artikel 4: Reglement en bijlagen
- Het reglement voor de studentenraad in de school wordt voor vier jaar vastgesteld door het bevoegd gezag. Het kan tussentijds worden gewijzigd. De studentenraad heeft het recht om wijzigingsvoorstellen te doen. In ieder geval wordt elke twee jaar onderzocht of het reglement naar tevredenheid van alle betrokkenen werkt. Voordat het bevoegd gezag het vaststelt of wijzigt, moet de studentenraad met een meerderheid van 2/3 van het aantal leden daarmee instemmen.
- De studentenraad stelt zelf een huishoudelijk reglement op voor zijn vergaderingen en verdere manier van werken (zie ook artikel 8).
- Elk jaar maakt de studentenraad een activiteitenplan en een begroting, waarin staat hoe de raad de gelden zal besteden. Deze begroting legt de studentenraad in november ter goedkeuring voor aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag maakt in december bekend over welk budget de studentenraad in het daaropvolgende begrotingsjaar kan beschikken.
- De studentenraad legt verantwoording af aan het bevoegd gezag over de besteding van de toegewezen middelen in het voorafgaande kalenderjaar.
- Het Da Vinci College heeft een klachtenregeling waarin is opgenomen dat het Da Vinci College een externe klachtencommissie heeft.
- Alle leden van het bevoegd gezag kunnen aanwezig zijn bij een vergadering en kunnen spreken namens het bevoegd gezag met de studentenraad.
- De onder 2 tot en met 5 genoemde besluiten en mededelingen worden door de studentenraad als bijlagen bij het huishoudelijk reglement van de studentenraad gevoegd.
Artikel 5: Overleg
- De studentenraad en de ondernemingsraad overleggen ten minste 4 keer per jaar gezamenlijk over algemene aangelegenheden over de school en het onderwijs. De voorzitter van de studentenraad en van de ondernemingsraad nemen daartoe gezamenlijk het initiatief. Deze vergaderingen zijn buiten die van de hoofdlijnen van de begroting.
- Het bevoegd gezag overlegt om de 6 weken met de studentenraad over de algemene gang van zaken binnen de school. Het bevoegd gezag nodigt de studentenraad daarvoor uit, tenminste drie weken voor de datum van het overleg. De agenda voor dit overleg wordt in onderling overleg vastgesteld. Bij het begin van een schooljaar wordt in gezamenlijk overleg een vergaderschema vastgesteld.
- Het bevoegd gezag kan, onder opgaaf van redenen, de studentenraad vaker uitnodigen voor overleg. De studentenraad kan ook, onder opgaaf van redenen, het bevoegd gezag vaker voor overleg uitnodigen. Dat overleg wordt dan steeds gehouden binnen drie weken na de uitnodiging en ook hierbij wordt de agenda in onderling overleg vastgesteld.
- De studentenraad, de ondernemingsraad en het bevoegd gezag overleggen minimaal eenmaal per jaar gezamenlijk over de algemene gang van zaken binnen de school. Deze is buiten de hoofdlijnen van de begroting.
- De raad van toezicht overlegt minimaal eenmaal per jaar met de studentenraad over het beleid en de ontwikkelingen in de instelling.
Artikel 6: Faciliteiten voor de studentenraad
- Het
bevoegd gezag stelt aan de studentenraad voldoende geld ter beschikking om de
taken van de raad goed te kunnen uitvoeren. In ieder geval geldt dat voor:
- Ondersteuning bij het vinden van een nieuwe raad;
- De ambtelijke ondersteuning van de raad;
- Het volgen van cursussen door de leden van de raad;
- Het organiseren van contacten met de overige studenten;
- Contacten met externe deskundigen;
- Een financiële vergoedingsregeling voor de leden van de studentenraad;
- Promotiemateriaal;
- Printen;
- Koffiepas;
- Laptop voor het bestuur, in bruikleen, voor de duur van de zitting in de studentenraad toegekend aan de functie – niet aan de persoon – en bij vertrek in te leveren of over te dragen aan de opvolger. De laptop dient op school te blijven, achter slot en grendel;
- Telefoon voor de voorzitter, vicevoorzitter en secretaris, in bruikleen, voor de duur van de zitting in de studentenraad toegekend aan de functie – niet aan de persoon – en bij vertrek in te leveren of over te dragen aan de opvolger.
- Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de studentenraad de beschikking krijgt over ruimten om te werken en te vergaderen, gebruik van telefoon, eigen ICT-voorzieningen, papier en andere materialen voor zover dat redelijk en nodig is.
- De studentenraad krijgt voldoende tijd ter beschikking om zijn werk te verrichten, ook tijdens schooltijd. De studentenraadsleden hebben een middel om aan te kunnen tonen dat zij de les kunnen verlaten wanneer dit nodig is.
- Leden van de studentenraad hebben het recht om door een ter zake kundige medewerker van de school in hun werk te worden begeleid.
- De school heeft de mogelijkheid om het lidmaatschap van de studentenraad of deelraad te belonen met studiepunten of competenties. Bijvoorbeeld burgerschap vrijstellingen. Dit is een beslissing van de examencommissie van de opleiding waar de student aan studeert.
Huishoudelijke aangelegenheden
Artikel 7: Verkiezingen
- De verkiezingen worden georganiseerd door de studentenraad. De school stelt de studentenraad daartoe in de gelegenheid en ondersteunt de studentenraad zo nodig daarbij.
- Verkiezingen worden gehouden in een geheime, schriftelijke stemming. Er worden daarbij formulieren gebruikt, waarop alle kandidaten zijn vermeld. De stemmen worden geteld door een onafhankelijk persoon. De stemmen worden door een 2de onafhankelijk persoon gecontroleerd.
- De studentenraad voert gesprekken met nieuwe kandidaten om te beoordelen en te kijken of de student een goede motivatie heeft om te solliciteren voor een rol in de studentenraad. Leden die zijn gekozen door middel van een verkiezing worden benoemd als lid van de studentenraad.
- De
studentenraad stelt op zijn laatst een half jaar voor de eerstkomende
verkiezingen een reglement voor die verkiezingen vast. In dat reglement staat
in ieder geval:
- waar en wanneer de kandidaatstellingen moeten worden ingediend;
- wanneer en hoe de kandidaatstellingen bekend worden gemaakt;
- waar en wanneer er gekozen kan worden;
- hoe ervoor gezorgd wordt dat de verkiezingen eerlijk verlopen; wie er een beslissing moet nemen als er onduidelijkheden zijn;
- wie de uitslag vaststelt.
Artikel 8: Het huishoudelijk reglement
- Het huishoudelijk reglement wordt door de studentenraad vastgesteld. Voordat de studentenraad dat doet, vraagt de studentenraad daarover advies aan het bevoegd gezag.
- Het huishoudelijk reglement bevat in elk geval
bepalingen over:
- zittingsduur van de leden en het rooster van aftreden;
- de gang van zaken bij tussentijds aftreden van leden, bijvoorbeeld omdat een student de school verlaat;
- het aantal keren per jaar dat de studentenraad in ieder geval bij elkaar komt;
- de onderwerpen, waarvoor de studentenraad in ieder geval ook bij elkaar komt;
- hoe de overleggen met het bevoegd gezag worden ingericht;
- de ondersteuning (secretariaat e.d);
- de openbaarheid van vergaderingen;
- de openbaarheid van stukken;
- de manier waarop bekend wordt gemaakt dat er een vergadering zal zijn;
- het aantal leden (of plaatsvervangende leden) dat ten minste aanwezig moet zijn, om een vergadering te kunnen houden en om besluiten te kunnen nemen;
- wat er moet gebeuren, als een vergadering niet door kan gaan;
- de manier van vergaderen;
- de manier van stemmen;
- het bekendmaken van besluiten;
- als er deelraden worden ingesteld: welke bevoegdheden deze hebben in relatie met de studentenraad.
- Het huishoudelijk reglement kan ook bepalingen bevatten over het instellen van commissies. Die commissies mogen niet hetzelfde zijn als een deelraad. Leden van een commissie hoeven niet altijd lid te zijn van de studentenraad.
Artikel 9: Organisatie van de studentenraad
- De studentenraad kiest uit zijn midden in ieder geval een voorzitter, een penningmeester en een secretaris.
- De studentenraad kan ook uit zijn midden een dagelijks bestuur kiezen. Daarover moet het huishoudelijk reglement dan bepalingen bevatten.
Bevoegdheden van de studentenraad
Artikel 10: Algemene rechten van de studentenraad
- De studentenraad is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden over de school. De studentenraad is bevoegd over deze aangelegenheden aan het bevoegd gezag voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. De studentenraad kan het bevoegd gezag verplichten daarop door middel van een standpunt of besluit te reageren. Dit moet binnen 4 werkweken.
a. Een spoedbeslissing kan aangevraagd worden door de studentenraad. Het bevoegd gezag moet in dit geval binnen 2 werkweken een reactie hebben gegeven. Dit alles moet met een goed gegrond argument ingediend worden bij het bevoegd gezag.
- De studentenraad mag het bevoegd gezag gevraagd en ongevraagd advies geven en is bevoegd om te praten over alle zaken, die met de school te maken hebben. De studentenraad mag daarover aan het bevoegd gezag voorstellen doen. Ook kan de studentenraad het bevoegd gezag verplichten om over zo’n voorstel of advies een besluit te nemen. Het bevoegd gezag moet dan binnen zes werkweken een gemotiveerd besluit nemen over het advies.
Artikel 11: Instemmingsrecht
- Het
bevoegd gezag heeft vooraf de schriftelijke instemming van de studentenraad
nodig voor het vaststellen of wijzigen van in ieder geval:
- het medezeggenschapsstatuut;
- het studentenstatuut en de huisregels voor studenten;
- de beroeps- en klachtenregelingen voor studenten;
- het schoolkostenbeleid
- de hoogte en de besteding van de vrijwillige ouder- of studentenbijdrage en de manier waarop deze bijdrage tussen deelnemer en bevoegd gezag wordt overeengekomen;
- de wijze waarop informatie wordt gegeven over de inhoud, planning en organisatie van het onderwijs en de examens;
- de besteding van stagefondsen;
- de model-onderwijsovereenkomst;
- de model-praktijkovereenkomst;
- het beleid met betrekking tot toelating, schorsing en verwijdering van studenten;
- de wijze waarop studievorderingen van studenten worden vastgelegd en in dat verband het beleid met betrekking tot bescherming van de privacy van studenten;
- de regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn voor zover deze de studenten betreffen;
- het reglement voor de studentenraad (zie ook artikel 4 onder 1); de instelling van deelraden.
- het onderwijsprogramma indien dit minder uren als bedoeld in artikel 7.2.7. inrichting beroepsopleidingen lid 3 en 4 van het wetboek.
- Als de studentenraad van plan is om niet in te stemmen met een besluit dat is genoemd onder 1, dan moet hij dat binnen vier werkweken aan het bevoegd gezag kenbaar maken en schriftelijk voldoende motiveren.
Artikel 12: Instemmingrecht op de hoofdlijnen van de jaarlijkse begroting
- Het bevoegd gezag behoeft de voorafgaande instemming over de hoofdlijnen van de jaarlijkse begroting van een gezamenlijke vergadering van de studentenraad, de ondernemingsraad en, in voorkomende gevallen, de ouderraad, waarbij in elk geval aandacht wordt besteed aan de beoogde verdeling van de middelen over de beleidsterreinen onderwijs, huisvesting en beheer, investeringen en personeel.
- Het bevoegd gezag stelt, met inachtneming van de voorschriften bij of krachtens deze wet, een reglement voor de gezamenlijke vergadering vast. Artikelen 8a. 3.1, tweede lid, aanhef en onderdeel f, en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
- Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels of nadere regels worden vastgesteld omtrent:
- hetgeen wordt verstaan onder hoofdlijnen van de jaarlijkse begroting; of situaties waarin het instemmingsrecht, bedoeld in het eerste lid, niet wordt uitgeoefend;
- de termijn waarbinnen tot instemming of onthouding van de instemming moet worden besloten.
- Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels of nadere regels worden vastgesteld omtrent:
- Het bevoegd gezag stelt de studentenraad minimaal 2 maanden voor instemming op de hoogte van de hoofdlijnen van de begroting en levert hiervoor de documenten aan.
Artikel 13: Adviesrecht
Advies wordt gevraagd op een tijdstip dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming. De studentenraad wordt in de gelegenheid gesteld met het bevoegd gezag overleg te voeren voordat dit advies wordt uitgebracht. De studentenraad wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis gesteld van de wijze waarop aan het uitgebrachte advies gevolg wordt gegeven. De studentenraad wordt, indien het bevoegd gezag het advies niet of niet geheel wil volgen, in de gelegenheid gesteld nader overleg met het bevoegd gezag te voeren alvorens de beslissing definitief wordt genomen. Het bevoegd gezag heeft voorafgaand in ieder geval advies nodig van de studentenraad bij het nemen van een besluit over (wijzigingen in):
- De gevolgen voor studenten van besluiten van het
bevoegd gezag over inkrimping, uitbreiding, fusie en overdracht van de
instelling:
- Beëindiging van opleidingen en samenwerking met andere instellingen bij de uitvoering van opleidingen;
- Verandering van de grondslag van de school;
- Werkomstandigheden en voorzieningen voor studenten binnen de school;
- Het beleid met betrekking tot intake- en assessmentprocedures;
- De rol van studenten bij de interne kwaliteitszorg en zelfevaluatie;
- De informatie aan de aspirant-studenten van de beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 6.1.3a van de wet.
- De regeling die het bevoegd gezag vaststelt voor de selectiecriteria en de selectie procedure, bedoeld in artikel 8.2.2a van de wet.
- In het reglement kunnen andere, nader te omschrijven onderwerpen worden opgenomen ten aanzien waarvan een van de bijzondere bevoegdheden aan de studentenraad wordt toegekend.
- De studentenraad heeft adviesbevoegdheid met betrekking tot een voorgenomen beslissing van de raad van toezicht ten aanzien van de profielen, bedoeld in artikel 9.1.4, vijfde lid van de WEB. De studentenraad heeft eveneens adviesbevoegdheid met betrekking tot benoeming of ontslag van de leden van het college van bestuur, bedoeld in artikel 9.1.4, derde lid, onderdeel a van de WEB.
- Alvorens de raad van toezicht tot benoeming of ontslag van een lid van het college van bestuur overgaat, wordt de studentenraad vertrouwelijk gehoord over de voorgenomen beslissing tot benoeming of ontslag. Het horen geschiedt op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.
Artikel 14: Initiatiefrecht
De Studentenraad heeft initiatiefrecht op alles wat er op en rond de school gebeurt wat betreft de studenten. De studentenraad mag altijd op eigen initiatief dingen ondernemen en opzetten. De studentenraad informeert het bevoegd gezag tijdig over de te nemen initiatieven.
Artikel 15: Andere bevoegdheden
Het bevoegd gezag kan andere bevoegdheden dan hiervoor zijn genoemd, toekennen aan de studentenraad. Deze worden dan aan dit reglement toegevoegd.
Informatievoorziening
Artikel 16: Informatievoorziening
Het bevoegd gezag geeft aan de studentenraad alle informatie die de raad voor zijn werk nodig heeft. Die informatie wordt schriftelijk gegeven en als de raad daar om vraagt ook mondeling toegelicht. Wanneer de studentenraad een verzoek om informatie indient bij het bevoegd gezag, dan zal het bevoegd gezag antwoorden binnen 3 werkweken of motiveren waarom meer tijd nodig is om de informatie te verstrekken.
Artikel 17: Verslag door de studentenraad
- Elk jaar maakt de studentenraad een verslag over wat hij gedaan heeft. Daarin staat in elk geval hoe vaak er is vergaderd, waarover en hoe het overleg met het bevoegd gezag is verlopen en waarover en hoe het contact met de ondernemingsraad en met de studenten is geweest. Ook verantwoordt de raad de besteding van de financiën.
- In het verslag wordt ook beschreven wat er aan extra activiteiten is gedaan, wie daarbij betrokken zijn geweest en hoe iedereen dat gevonden heeft.
Procedure bij verschillen van mening
Artikel 18: Procedure bij voorgenomen besluiten, zoals genoemd in de artikelen 11 en 12
- Het bevoegd gezag stuurt een besluit, dat het van plan is te nemen, per brief of e-mail naar de studentenraad.
- Het bevoegd gezag geeft de studentenraad minimaal vier werkweken de tijd om over een voorgenomen besluit een standpunt te bepalen. Bij het voorgenomen besluit wordt vermeld, wat daarvan de bedoelingen zijn en welke gevolgen het voor de school en de studenten zal hebben.
Mocht een beslissing spoed hebben dan kan het bevoegd gezag hierover overleggen met de studentenraad. De studentenraad wordt dan geacht om sneller dan binnen vier werkweken een reactie te geven. De minimale tijd die de studentenraad heeft, is twee werkweken.
- Als de studentenraad niet wil instemmen met een voorgenomen besluit of niet positief wil adviseren, wordt er overleg gevoerd met het bevoegd gezag, met de bedoeling er onderling uit te komen. Het voorgenomen besluit wordt dan voorlopig opgeschort.
- Wanneer het bevoegd gezag het ook na dit overleg niet eens is met het standpunt van de studentenraad, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de studentenraad kenbaar gemaakt.
- Bij geen overeenstemming over een adviesonderwerp heeft het bevoegd gezag het recht zelf een besluit te nemen. Wanneer het bevoegd gezag wil afwijken van een advies van de studentenraad, wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de studentenraad kenbaar gemaakt.
- Bij geen overeenstemming over een instemmingsonderwerp kan de studentenraad zich tot de landelijke geschillencommissie medezeggenschap wenden. De regelingen daarvoor staan in de wet.
Artikel 19: Procedure bij tegenstrijdigheid tussen meningen van de studentenraad en de ondernemingsraad
1. Wanneer de ondernemingsraad en de studentenraad over hetzelfde onderwerp een tegenstrijdige mening geven, beslist het bevoegd gezag. De studentenraad kan hiertegen echter wel in beroep gaan bij de landelijke geschillencommissie medezeggenschap (zoals in de wet geregeld).
Zorgtaken van de studentenraad
Artikel 20: Openheid, openbaarheid en onderling overleg
- De studentenraad hanteert een open wijze van werken. Behalve als het gaat om vertrouwelijke stukken of personele aangelegenheden, vergadert de raad zo veel mogelijk openbaar. Verslagen en andere mededelingen worden zo breed mogelijk in de school bekend gemaakt.
- Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat in alle gebouwen van de school, op een voor alle studenten goed toegankelijke plaats, faciliteiten beschikbaar zijn voor de studentenraad om informatie aan de studenten te geven.
Artikel 21: Werk- en leeromstandigheden
- De studentenraad houdt bij zijn adviezen rekening met mogelijke gevolgen daarvan voor de werk- en leeromstandigheden van de studenten.
- De studentenraad kan aan het bevoegd gezag concrete voorstellen doen voor projecten, die de werk- en leeromstandigheden van de studenten kunnen verbeteren. Dit behoort tot het initiatiefrecht van de studentenraad.
Artikel 22: Gelijke behandeling en non-discriminatie
- De studentenraad houdt bij zijn adviezen en verder bij alles wat hij doet rekening met de verschillen in afkomst, godsdienst en cultuur van de studenten.
- De studentenraad zorgt ervoor, dat hij de belangen van mannen en vrouwen, Nederlanders en buitenlanders, kortom: van alle studenten, op dezelfde manier behartigt.
- Als de studentenraad merkt dat een bepaalde groep studenten achtergesteld wordt of dat met hun positie of hun opvattingen niet genoeg rekening wordt gehouden, dan gaat hij daarover in overleg met het bevoegd gezag.
- De studentenraad houdt er steeds rekening mee, dat gehandicapten op een voor hen normale manier toegang moeten hebben tot de gebouwen en deel kunnen nemen aan het onderwijs en de beroepspraktijkvorming.
Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 23: Niet voorziene zaken
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag na overleg met de studentenraad.
Artikel 24: Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking direct nadat het bevoegd gezag het met schriftelijke instemming van de studentenraad heeft vastgesteld, onder intrekking van alle voorgaande versies van het reglement, per datum van ondertekening. Het reglement wordt zo breed mogelijk bekend gemaakt, zodat alle studenten er gemakkelijk kennis van kunnen nemen.
Vastgesteld op 9 januari 2023 te Dordrecht
Voorzitter college van bestuur Voorzitter Studentenraad
Henrik Stevens